x

x

zondag 3 juli 2011

Delhi-Mussoorie-Delhi op 25-26 juni 2011

Nadat Sofie en de kids naar België vertrokken waren, was het tijd om de motor van stal te halen voor een weekend-uitstap richting Mussoorie, een hill station in de deelstaat Uttarakhand.


View Larger Map">

De trip van 670 km. zou leiden doorheen de deelstaten Haryana, Himachal Pradesh en Uttarakhand. Na mij eerst om 4u30 ’s morgens met wat tegenzin uit bed te hebben gehesen, koos ik om 5 uur ‘het ruime sop’. Dit laatste mag u gerust letterlijk nemen, want juist in het weekend van 25 en 26 juni besliste de moesson haar intrede te doen in Noord-India. Gevolg: na drie kwartier rijden brak de zondvloed los. Gelukkig had ondergetekende zijn voorzorgen genomen, onder de leuze: “Die moesson-slet zal mij niet krijgen”. Op voorhand had ik Indische legerboots en een Indische regenjas en regenbroek aangekocht; dus regenkledij aan om nadien, vol goede moed, de in een zee herschapen snelweg te doorklieven.
Na een half uur werd echter duidelijk dat de regenkledij niet opgewassen was tegen het water dat met bakken uit de lucht viel. Bovendien hing er een loden hitte, waardoor al mijn kleding binnen de kortste keren volledig doordrenkt was van het zweet. Enkel de helm bleek waterdicht (1000X dank, Koenraad). Moesson-slet vs. Jochen: 1-0.

Om half werk te vermijden, besliste de moesson-slet om het maar het ganse weekend te laten regenen. Aldus werd de ganse reis ondergedompeld in regen en modder.
Maar niet getreurd. Op flukse wijze vervolgde ik mijn weg en, na eerst in Karnal de grote baan te hebben verlaten, kon ik op weg naar Paonta Sahib door een mooi stukje natuurreservaat rijden via een goed aangelegde weg (een uitzondering tijdens de tour). Tot mijn geluk (en ook een beetje tot mijn spijt) ben ik er geen wilde olifanten tegen het lijf gelopen.



Vanuit Poanta Sahib vervolgde de weg richting Mussoorie, waar ik gepland had te overnachten. Via de GPS koos ik om via de minst triviale baan naar Mussoorie te rijden, om te vermijden dat ik twee keer dezelfde route zou moeten afleggen (backtracking is nooit echt leuk). In het dorpje Herbertpur vond mijn GPS het nodig mij langs een onooglijk ‘baantje’ (die naam niet waardig) te sturen. Een onverharde weg vol keien leidde me langs boomgaarden, afgelegen huizen in de middle of nowhere en door stukken bos, waarvan ik op dat ogenblik stellig geloofde dat ik de eerste levende ziel in 30 jaar was die er met de motor langsreed (ervan uitgaande dat andere motards doorgaans intelligenter zijn en dergelijk ‘wegeltjes’ vermijden). Enkele lokale bewoners keken niet-begrijpend toen ze een Royal Enfield met een doorweekte rijder in een kaki-regenuitrusting zagen passeren. Soit, na een half uur met toegeknepen billen de off road gevolgd te hebben, kwam ik tot mijn opluchting terug op de ‘normale verharde weg’, richting Mussoorie.
Met ‘normale verharde weg’ wordt gedoeld op een weg waar tarmac ligt of ooit heeft gelegen. Bepaalde delen van de weg zijn immers weggespoeld of afgekalfd n.a.v. regenval en erosie. Aldus werd het toch nog ploeteren door het slijk.









Desalniettemin is de weg richting Mussoorie bij uitstek de mooiste die ik tot nu toe heb afgelegd: kronkelende haarspeldbochten langs de flanken van het groene Himalaya-voorgebergte; een waar plezier om hier te mogen cruisen.

Optimisme was dus mijn deel... tot ik in Mussoorie aankwam. Deze “Queen of hill stations” werd in 1823 door de Britten opgericht en staat bij de Indiërs zeer hoog aangeschreven als vakantieplek. Dit laatste had bij mij een belletje moeten laten rinkelen, maar in alle naiviteit dacht ik dat het een idyllische plaats zou zijn om te overnachten in één van de 300 (!) hotels.
Bij aankomst in het bergdorp bleek echter dat gans India (en dat zijn best wel veel Indiërs) beslist had om datzelfde weekend naar Mussoorie af te zakken, met monsterfiles, parkeergebrek en slaapplaatsgebrek tot gevolg.
Niet alleen was de prijs voor een hotelkamer exhorbitant hoog (het viervoudige van de normale weekprijs), er was gewoon geen enkele kamer meer vrij. Na eerst vruchteloos een stuk of 8 hotels te hebben aangedaan, kwam ik terecht in een onooglijk hotel aan ‘the mall’, het centrum van Mussoorie. Daar werd mij de volgende kamer voorgesteld voor 2.000 rupees (33 Euro):







Het was te nemen of te laten en aangezien er ook andere gegadigden waren, moest ik snel kiezen. Aldus geopteerd voor de ervaring van het echte India (je moet het steeds van een positieve kant bekijken).

De volgende ochtend ben ik om 4u ’s morgens opgestaan, met als enig doel zo snel mogelijk uit dit hellhole weer te vertrekken, op zoek naar betere oorden. Het opzet was om via Rishikesh en Haridwar weer huiswaarts te cruisen.



De weg van Mussoorie naar Rishikesh was fantastisch. Leuke wegen, geen kat op de baan en een opkomende zon, zonder regen. Na eerst in Dehradun nog even voor taxi te hebben gespeeld voor een politie-agent die me tegenhield om achterop te zitten, kwam ik na een uur rijden aan in Rishikesh. Rishikesh is een stad die vooral bekend staat om zijn zgn. ‘ashrams’, spirituele (yoga) gemeenschappen waar je op retraite kan gaan. Rishikesh werd wereldberoemd nadat de Beatles er enkele maanden verbleven in de Ashram van de spirituele leider Maharishi Mahseh Yogi. Volgens geruchten keerden John en co na enige tijd gedesilussioneerd terug huiswaarts nadat bleek dat de guru vooral belangstelling toonde voor aardse geneugten (geld en vrouwelijke volgelingen). De ashram is nu verlaten en in verval. Helaas kon ik de plaats niet bezoeken wegens een te strak tijdschema.



Na Rishikesh stond Haridwar op het programma. Daar waar Rishikesh vooral in trek is bij westerse toeristen die op zoek zijn naar spiritualiteit, is Haridwar – naar mijn gevoel – een meer authentieke stad die volledig doordrongen is van religiositeit. Volgens de mythen leverden de goden en de demonen in het begin der tijden een strijd om de zgn. ‘kumbh’, een kelk gevuld met de nectar van onsterfelijkheid. Op een bepaald ogenblik slaagde de god Vishnu erin de kelk te bemachtigen en ermee weg te vliegen, maar morste hierbij vier druppels nectar op de aarde: in Allahabad, Haridwar, Nasik en Ujjain. Om deze strijd te gedenken wordt om de vier jaar in één van de steden om de beurt de ‘kumbh mela’ gevierd, een groot feest dat wekenlang duurt en waarbij miljoenen pelgrims en Sadhu’s (wijzen) op afkomen. Maar ook als de Kumbh Mela er niet wordt gevierd, is Haridwar één van de belangrijkste Hinduistische pelgrimsoorden. Dagelijks gaan duizenden mensen naar Har-Ki-Pairi Ghat om er te baden in de Ganges.





Na het blitsbezoek aan Haridwar, snel richting huiswaarts. Om een lang verhaal kort te maken: veel, veel regen, nadien nog meer regen en modder + slijk + regen (Moesson-slet vs. Jochen: 2-0). In combinatie met ellenlange files en een lege benzinetank vlak voor Gaziabad was dit zonder twijfel een mooie afsluiter van een weekendje touren in India. (j.a.)


(aangespoeld wrakhout + motor in Shantipath, New Delhi)