x

x

maandag 17 maart 2014

Schoon Bali

Nieuwjaar brachten we door op het mooie vulkanische eiland Bali. Bali heeft zo'n 4 miljoen inwoners en is het hindoeïstische eiland van Indonesië, dat hoofdzakelijk moslim is. Al verschilt hun hindoeïsme van dat in India. 

De meeste toeristen 'blijven hangen' in het Zuiden in Kuta, de badplaats die dichter bij de luchthaven gelegen is. Hier vind je al de grote hotelketens en party-tenten. Het is ook op deze plek dat er in het verleden aanslagen werden gepleegd. 

Wij verkozen om naar Amed door te reizen, op een dikke 2 uur rijden van de luchthaven in het oosten van Bali, ook wel 'oud Bali' genaamd. Het is minder toeristisch en je kan er snorkelen. Helaas vielen de stranden wat tegen. Bij ons resort was het een zeer miniem kiezelstrand. Een beetje verder had je vulkanische zandstranden, wat betekent dat het zand redelijk zwart is. Zelfs de 'white sand beach' was niet echt wit!

Maar snorkelen kan je er heel makkelijk, je hebt zelfs niet persé een boot nodig. Gewoon de zee in zwemmen en enkele meters verder vind je koraal en al het vissig leven er rond. Wij deden beiden. Eerst huurden we een lokaal vissersbootje. Dat bracht ons naar prachtig koraal en het bekende 'Japanese wreck'. Aan het scheepswrak was ook een groepje duikers bezig onder ons, wat wel lastig was eigenlijk. Door al hun luchtbellen konden we nog amper wat zien!




Maar vanuit Amed kan je naast snorkelen ook prachtige uitstappen maken. Je rijdt er door het vulkanische landschap met rijstvelden en typische, authentieke dorpen. 

terrassen met rijstvelden en de vulkaan op de achtergrond


 hanen voor de traditionele hanengevechten
deze zijn verboden doch heel erg populair bij de mannelijke Balinezen

 lokaal marktje



 bij de zilversmid


Deze familie was z'n rijst aan het oogsten.
Ze slaan een bussel rijst op de houten planken om de korrels eruit los te krijgen.
Deze worden vervolgens te drogen gelegd in de zon zodat ze later gepeld kunnen worden.

 hulp van Sam

 en van Roos

Ik associeerde deze hoedjes met Viëtnam, maar hier worden ze dus ook gedragen!


Onze chauffeur had zelf ook rijsttelers in zijn familie. Hij vertelde ons over de harde stiel en hoe weinig het hen opbrengt. Zeer zeer weinig, een paar honderd Euro per oogst, te verdelen onder de ganse familie. 'That's why I always finish my dish and surely eat every rice grain', zei hij. Daar hebben we wat van te leren.

We reden naar het prachtige Besakih Tempel (Pura) Complex, de hoofdtempel van Bali. De tempel is gelegen op zo'n 1000 meter, hoog op de hellingen van de vulkaan Gunung Agung en werd in de 10de eeuw gebouwd met zwarte lavasteen. Zoals in al de tempels op Bali, moet je ook hier een sarong dragen als je de tempel wil bezoeken.

Je leest vaak over scams aan deze tempel. Je zou geld moeten geven om hem te kunnen bezoeken. Je zou verplicht zijn te betalen voor een gids of 'tempelwachter'. Ze probeerden het ook met ons. Een man, helemaal in het wit gekleed net zoals de priesters zei ons dat we alleen de tempel niet in mochten en patati en patata. 'Waar is je officiële licentie?' vroeg ik. En hop, weg was hij. Ik zou me er dus niet door laten afschrikken... 

Deze vrouwen waren allerlei offerwaar aan het weven van palmbladeren. Ze bieden die vervolgens te koop aan. Onze chauffeur wist ons te vertellen dat het hindoeïsme op Bali erg duur is om te belijden. 
Mensen moeten aldoor offerwaar kopen en dit is voor de arme bevolking uit het oosten van Bali verre van evident.


De moesson was nog niet volledig gedaan. We hadden miezerig weer.
Maar zelfs dan ziet de tempel er indrukwekkend en prachtig uit!







wachter aan de ingang van een tempeltje
ze zien er altijd wat sprookjesachtig en mysterieus uit
deze lijkt op een draak

priester

zoek het meisje achter de camera



pagode-achtig dak van een tempeltje
het viel me op dat het aantal altijd oneven is (3 tot 11)
hoe belangrijker de god, hoe meer niveaus


rieten daken met leuke details

Jochen met Sarong

We stopten vervolgens bij de Goa Lawah bat cave. Deze tempel is belangrijk voor rituelen in verband met het leven na de dood. Volgens de legende zou de grot zich uitstrekken tot zo'n 30 kilometer in de berg, tot in Besakih. Daar zou een gigantisch draakachtig schepsel, de Basuki genaamd, leven. Dat wezen zou zich voeden met vleermuizen.

 biddende gelovige

 zodra je de tempel binnenwandelt, hoor je de vleermuizen








Grappig genoeg blijken we geen enkele foto genomen te hebben van de eigenlijke grot met de vleermuizen. Da's voor ne volgende keer! Ne mens heeft dan 4 foto-toestellen bij zeg... Een reflex-camera, een compact toestelletje en twee Iphones! 0_o


lokale schonen

We reden verder richting het indrukwekkende Tenganan. Dit is een traditioneel dorp waar de Bali Aga, de 'oorspronkelijke bevolking', wonen. Ze huwen enkel met dorpelingen en belijden het hindoeïsme. Desondanks leven ze nog grotendeels volgens de animistische leer. Ze geloven dat zowel de natuur als de voorwerpen bezield zijn. Niet alleen mens en dier, maar ook bomen, beeldjes, wapens enz. hebben een ziel. De ziel van natuurgeesten of die van overledenen. Bepaalde rituelen en ceremonieën zijn er dus om deze zielen gunstig te stemmen.

Het dorp is volledig ommuurd en zou zijn opgericht in de 11de eeuw. Het is ook gekend omwille van het feit dat men er nog handgeweven dubbel-ikat maakt met klassieke weefgetouwen en ze er te koop aanbiedt. Dit is een weeftechniek waarbij zowel voor de schering (de draden die gespannen worden) als voor de inslag (de draad die erdoor geweven wordt) draden gebruikt worden waarop voordien al een patroon werd geverfd. Het weefproces is erg ingewikkeld en zelfs in dit dorp is de kunde van het maken ervan blijkbaar met uitsterven bedreigd. Als we er bij de dames naar vroegen, zegden ze meestal dat 'hun grootmoeder het nog kan'.







 Bale Petemu, de onmoetingsplaats van ongehuwde mannelijke dorpelingen





 dit is de ingang naar een soort huis aka woongemeenschap






 zeer smalle straatjes




Terwijl je door oost-Bali rijdt, kijk je je ogen uit. Alles is er nog zo authentiek en traditioneel, prachtig om zien. Onderweg terug richting ons hotel passeerden we een dorpje waar een ceremoniële dienst werd gehouden. We hielden halt om naar de prachtige rituelen te kijken en te luisteren. Het was het meest indrukwekkende dat we tijdens onze vakantie op Bali te zien kregen!

 vrouwen komen naar de tempel met hun offerwaar in een kleurrijk geweven mandje op hun hoofd

 het offerwaar wordt mooi uitgestald


 traditioneel klokkenspel, gamelan



 iedereen ziet er op z'n paasbest (haha) uit







Zo mooi... jammer dat zulke tradities bij ons niet meer bestaan...

Onderweg konden we nog genieten van de prachtige natuur en de mooie landschappen.



's Avonds moest er gefeest worden, want het was nieuwjaar! We hadden niets gereserveerd omdat we dachten dat dat niet nodig zou zijn in het rustige dorpje waar we verbleven. Dat bleek een foute gok te zijn... heel veel restaurantjes waren volzet. Gelukkige spotte papa deze tent waar we tijdens ons nieuwjaarsmaal ook traditionele dans te zien kregen.



De volgende ochtend waren we al vroeg uit de veren. We hadden met onze kids onderhandeld dat we na dit dagje cultuur naar the white sand beach nabij Candi Dasa zouden gaan.

Onderweg reden we langs het Ujung water paleis. Het werd aan het begin van de 20ste eeuw gebouwd door de koning van Karangasem. In 1963 werd het door een vulkaanuitbarsting volledig vernield. Het werd nadien heropgebouwd.


Ook al regende het toen we op het strand van white sand beach toekwamen. Zwemmen en spelen in het eerder gele dan witte zand van the white sand beach deden we toch! Ha!



Op onze terugweg bezochten we Tirtagangga. Letterlijk betekent dit 'heilig water van de Ganges'. Het werd gebouwd in 1946 door de laatste koning van Karangasem en net zoals het andere waterpaleis moest men het heropbouwen na de vulkaanuitbarsting van 1963. Het lijkt meer op een watertuin dan op een paleis. Je kan er ook zwemmen in de natuurlijke bronnen.





Voor we naar het hotel gingen zodat onze meiden nog wat in de poel zouden kunnen plonsen, bezochten we nog een traditioneel dorpje. Het was gelegen hoog op een berg, aan het einde van een doodlopende weg. Onze chauffeur vertelde ons dat kinderen uit de bergdorpen soms 3 uur te voet onderweg zijn om naar school te komen. 's Ochtends verstoppen ze hun avondmaal ergens in de struiken. Als ze in de namiddag terug huiswaarts stappen, hebben ze zo onderweg toch al wat te eten.













Het viel me op hoe klein de kindjes nog zijn als ze hier in Bali van en naar school gaan. En hoe jong ze al met een motorfiets rijden om naar de veraf gelegen secundaire scholen te kunnen gaan. Tja... het is echt een andere wereld dan de onze! Hoe zalig moet het zijn om je kleine kids met een gerust hart deze zelfstandigheid te kunnen geven?! Toen ik vroeg of er nooit wat met de kinderen gebeurde, of ze nooit lastiggevallen werden, of er nooit kindjes verdwenen, schrok onze chauffeur echt. 'Neen, dat komt hier niet voor. Iedereen kent iedereen, ook de mensen van de naburige dorpen letten mee op je kinderen en zo zorgt iedereen er samen voor dat er hen niets zal overkomen'. Sociale controle dus, iets dat in onze maatschappij zo goed als verdwenen is omdat we soms zelfs onze eigen buren niet meer kennen...

Samen met de kids ging ik wat plonsen in ons kleine zwembad. Jochen ging samen met nog tientallen andere mannen naar de plaatselijke hanengevechten kijken. Iets dat in principe illegaal is op Bali, maar toch nog erg populair blijkt te zijn.


 inzetten



 het mes wordt aan de poot gebonden


'de arena' 

 hanen worden aan elkaar 'voorgesteld', om te kijken hoe ze op elkaar reageren


 on your marks... get set...

 go!


 uitbetalen

 en hop, de pot in


De volgende dag vertrokken we alweer naar huis. Snif. Vooral snif omdat het net zo'n mooi weer bleek te zijn na al die regenachtige dagen!


 uitzicht vanuit onze kamer

 'het strand' van ons hotel



Op weg naar de luchthaven brachten we nog even een bezoekje aan het erg toeristische Ubud, gelegen in centraal Bali.

de vulkaan lag op deze zonnige dag eens niet in de wolken!




 Pura Taman Saraswati tempel met lotus pond














nog een hapje eten in een historisch kader, en dan: our flight back home!

De volgende dag ontdekten we nog een onaangenaam souvenir. Vooral Roos, maar ook Sam en ik hadden brandwonden op onze benen.



Hoe we er precies aan kwamen, wist de dokter niet. Er zijn namelijk drie mogelijkheden: van een kwal, een beestje dat zuur spuit of het sap van een plant. 't Is in elk geval pijnlijk! Maar dat is ondertussen allemaal al laaaang genezen en vergeten (da's het voordeel als je zo veel achterstand hebt met bloggen). ;-)

1 opmerking: