Omdat we vroeger dan verwacht terug in Jomsom toekwamen, konden we in de namiddag nog een uitstap maken. De kinderen hielpen mama en papa om zich te beschermen tegen de hoogtezon.
Vervolgens vertrokken we per bus naar Marpha, een naburig dorpje. We namen een overvolle bus, de rit ernaartoe was een helse beproeving. De wegen waren hobbelig, zigzagden en we sjeesden vaak vlak naast de afgrond. Brrrrr.
Het dorp Marpha is de appelhoofdstad van Nepal. Ze zouden er één van de fijnste appelsoorten in de wereld kweken. Deze appels worden gebruikt voor het maken van appelsap, appelcider enz. Marpha wordt bevolkt door heel veel arme, Tibetaanse vluchtelingen die er een centje proberen bij te verdienen door allerlei spulletjes te verkopen. Elk huisje heeft er een winkeltje, restaurantje of drankgelegenheid. De huisjes zijn ook hier gebouwd met in de natuur gevonden stenen, klei en hout.
We haalden net op tijd de laatste bus terug richting Jomsom. Deze was er toevallig een uurtje vroeger dan in principe zou moeten. Niet echt handig, als je 't mij vraagt!
Terug in Jomsom aten we nog wat lekkers in ons 'hotel' Himalayan-Inn en gingen dan vroeg slapen. Het is werkelijk ongelofelijk hoe je hier in de bergen leeft op het ritme van de natuur. Zodra het donker is, gaat iedereen slapen. Zodra het licht wordt, staat iedereen op. Eigenlijk best wel aangenaam!
De volgende ochtend genoten we van een laatste ontbijt met zicht op de Himalaya en namen toen het vliegtuig terug richting Pokhara.
Daar dienden we nog enkele uren te wachten op onze vlucht naar Kathmandu. Pokhara vonden we eigenlijk niet zo'n fijne plek. Het is een stad die volledig gericht is op de toeristen en lijkt naar mijn gevoel daardoor minder authentiek te zijn. We gingen op zoek naar wat 'Old Pokhara' zou moeten zijn, maar echt veel oude gebouwen konden we niet meer vinden. Jammer, maar anderzijds ook wel begrijpelijk dat de inwoners een nieuwere, comfortabele woning verkiezen boven een oude zonder enige nutsvoorzieningen.
Door de vele vertragingen kwamen we redelijk laat in Kathmandu aan. We waren erg moe, gingen nog frietjes eten (njammie) in de frituur om daarna voldaan te gaan slapen.
De volgende dag hadden we afgesproken met Jo (vrouw van de ereconsul) om samen een bezoek te brengen aan Patan. Patan ligt zo'n 5 kilometer ten zuiden van Kathmandu. Het is net als Bhaktapur een prachtig stuk cultuur. Een openluchtmuseum, maar dan wel eentje waar de mensen nog gewoon leven. Echt indrukwekkend! Het staat vol hindoeïstische en boeddhistische tempels, honderden monumenten, houten, stenen en metalen beelden, gesculpteerde huizen enz enz. Het lijkt een eindeloze bron aan geschiedenis die zou teruggaan tot ver voor de geboorte van Christus. Adembenemend om zo veel historiek bij elkaar te zien. Elk gangetje leidt naar een binnenkoertje met een tempel, stupha of ander monument. Ook kan je er allerlei ambachtslui gadeslaan.
Op onze laatste dag brachten we zeer vroeg in de morgen nog een bezoek aan Swayambunath. Samen met Bodnath (zie Nepal deel 1) is dit het belangrijkste boeddhistische heiligdom van de Kathmandu-vallei. De stoepa is een prachtig bouwwerk, gelegen op een heuvel op zo'n 2 kilometer afstand van het centrum van Kathmandu. Het wordt druk bezocht door vele monniken en pelgrims. Om er te geraken moet je 365 trappen beklimmen, maar dat is meer dan de moeite waard. Het is een erg indrukwekkende, uiterst spirituele, historische plaats. We genoten er van het uitzicht en van de sfeer.
Mooie liedjes duren helaas niet lang. Ook aan dit prachtige lied kwam een einde. We gingen afscheid nemen van Jo. We (papa zijn drie vrouwen) amuseerden ons nog even op de klimmuur van haar bedrijf. Roos bleek echt een natuurtalent te zijn, dat moeten we in de toekomst dus wat meer doen! Sammeke... die zal nog een beetje aan haar spierkes moeten werken.
Einde van onze prach-ti-ge reis die ik meteen opnieuw zou willen doen! Onze volgende trip gaat gelukkig ook richting de koelere bergen... Darjeeling!
Vervolgens vertrokken we per bus naar Marpha, een naburig dorpje. We namen een overvolle bus, de rit ernaartoe was een helse beproeving. De wegen waren hobbelig, zigzagden en we sjeesden vaak vlak naast de afgrond. Brrrrr.
Het dorp Marpha is de appelhoofdstad van Nepal. Ze zouden er één van de fijnste appelsoorten in de wereld kweken. Deze appels worden gebruikt voor het maken van appelsap, appelcider enz. Marpha wordt bevolkt door heel veel arme, Tibetaanse vluchtelingen die er een centje proberen bij te verdienen door allerlei spulletjes te verkopen. Elk huisje heeft er een winkeltje, restaurantje of drankgelegenheid. De huisjes zijn ook hier gebouwd met in de natuur gevonden stenen, klei en hout.
We haalden net op tijd de laatste bus terug richting Jomsom. Deze was er toevallig een uurtje vroeger dan in principe zou moeten. Niet echt handig, als je 't mij vraagt!
Terug in Jomsom aten we nog wat lekkers in ons 'hotel' Himalayan-Inn en gingen dan vroeg slapen. Het is werkelijk ongelofelijk hoe je hier in de bergen leeft op het ritme van de natuur. Zodra het donker is, gaat iedereen slapen. Zodra het licht wordt, staat iedereen op. Eigenlijk best wel aangenaam!
De volgende ochtend genoten we van een laatste ontbijt met zicht op de Himalaya en namen toen het vliegtuig terug richting Pokhara.
Daar dienden we nog enkele uren te wachten op onze vlucht naar Kathmandu. Pokhara vonden we eigenlijk niet zo'n fijne plek. Het is een stad die volledig gericht is op de toeristen en lijkt naar mijn gevoel daardoor minder authentiek te zijn. We gingen op zoek naar wat 'Old Pokhara' zou moeten zijn, maar echt veel oude gebouwen konden we niet meer vinden. Jammer, maar anderzijds ook wel begrijpelijk dat de inwoners een nieuwere, comfortabele woning verkiezen boven een oude zonder enige nutsvoorzieningen.
Door de vele vertragingen kwamen we redelijk laat in Kathmandu aan. We waren erg moe, gingen nog frietjes eten (njammie) in de frituur om daarna voldaan te gaan slapen.
De volgende dag hadden we afgesproken met Jo (vrouw van de ereconsul) om samen een bezoek te brengen aan Patan. Patan ligt zo'n 5 kilometer ten zuiden van Kathmandu. Het is net als Bhaktapur een prachtig stuk cultuur. Een openluchtmuseum, maar dan wel eentje waar de mensen nog gewoon leven. Echt indrukwekkend! Het staat vol hindoeïstische en boeddhistische tempels, honderden monumenten, houten, stenen en metalen beelden, gesculpteerde huizen enz enz. Het lijkt een eindeloze bron aan geschiedenis die zou teruggaan tot ver voor de geboorte van Christus. Adembenemend om zo veel historiek bij elkaar te zien. Elk gangetje leidt naar een binnenkoertje met een tempel, stupha of ander monument. Ook kan je er allerlei ambachtslui gadeslaan.
Op onze laatste dag brachten we zeer vroeg in de morgen nog een bezoek aan Swayambunath. Samen met Bodnath (zie Nepal deel 1) is dit het belangrijkste boeddhistische heiligdom van de Kathmandu-vallei. De stoepa is een prachtig bouwwerk, gelegen op een heuvel op zo'n 2 kilometer afstand van het centrum van Kathmandu. Het wordt druk bezocht door vele monniken en pelgrims. Om er te geraken moet je 365 trappen beklimmen, maar dat is meer dan de moeite waard. Het is een erg indrukwekkende, uiterst spirituele, historische plaats. We genoten er van het uitzicht en van de sfeer.
Mooie liedjes duren helaas niet lang. Ook aan dit prachtige lied kwam een einde. We gingen afscheid nemen van Jo. We (papa zijn drie vrouwen) amuseerden ons nog even op de klimmuur van haar bedrijf. Roos bleek echt een natuurtalent te zijn, dat moeten we in de toekomst dus wat meer doen! Sammeke... die zal nog een beetje aan haar spierkes moeten werken.
Einde van onze prach-ti-ge reis die ik meteen opnieuw zou willen doen! Onze volgende trip gaat gelukkig ook richting de koelere bergen... Darjeeling!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten