Aangekomen in Kagbeni waren we even de porters met onze twee dochters uit het oog verloren. Dit zorgde voor een onaangenaam spanningsmoment maar... eind goed al goed, onze twee meiden stonden ons al op te wachten aan de lodge waar we zouden overnachten. Om te bekomen gingen we in het gezellige restaurantje van hotel Yeti een citroenthee drinken met daarbij vers bereide, overheerlijke appelmomo's.
Nadien struinden we wat rond door Kagbeni. Kagbeni is een dorpje in Upper-Mustang met huisjes opgetrokken uit modder en ruwe stenen. Vele huizen lijken eerder op ruïnes maar zijn desondanks toch bewoond. Het riviertje dat door het dorp stroomt, is voor de mensen van levensnoodzakelijk belang. We gaan hier werkelijk een heel aantal jaren terug in de tijd. Maar wat is het schoon!
We nuttigden nog een avondmaal in 'the red house lodge' en toen het donker was, zochten we ons bed op.
De volgende ochtend was Jochen al bij zonsopgang uit de veren. Hij ging met zijn reflexcamera op jacht om mooie plaatjes te schieten en om te genieten van de schoonheid van de omgeving.
Toen Jochen zijn meiden allemaal wakker, aangekleed en opgesmukt waren, gingen we terug ontbijten in hotel Yeti.
Alles werd er instant, vers bereid. In deze basis-uitgeruste keuken toonde de uitbaatster zich een ware keukenprinses. De kinderen gingen voor gekookte eieren en een pannenkoek. Jochen en ik voor de overheerlijke, ietwat zoet smakende Tibetaanse broden.
Van op het terras konden we het ontwakende dorp aanschouwen.
Jochen kreeg die dag wel een paardje geregeld. De kinderen waren door het dolle heen.
We namen afscheid van de mensen van 'new asia trekkers home' waar we overnacht hadden. Van de vrouw des huizes kregen we een sjaaltje omgehangen 'for good luck'.
Einde van deel 4.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten